tweejarige specialistische opleiding 0 - 5 jaar |
Nog enkele plaatsen beschikbaar
Is de cursus vol, reeds gestart of komt de geplande datum niet uit? Laat vrijblijvend weten dat je interesse hebt en krijg automatisch een bericht als de cursus (opnieuw) ingepland wordt.
InteresselijstRecente kennis over de wijze waarop het jonge brein zich in sterke mate ontwikkelt, onder invloed van ervaring en interactie met de omgeving, biedt nieuwe perspectieven voor de behandeling en begeleiding van baby’s en hun ouders, wanneer risico’s in het geding zijn of zich verstoringen in de ontwikkeling voordoen.
multidisciplinair en transdisciplinair
Professionals hebben zich in de afgelopen 25 jaar wereldwijd gevonden rond het thema Infant Mental Health (IMH), de zorg voor het jonge kind en zijn of haar ouders. Waarbij de opzet is meet af aan multidisciplinair en transdisciplinair van aard is. Dit heeft geleid tot een veranderde kijk op de zorg aan zeer jonge kinderen en hun ouders. Essentieel is een ontwikkelingsgerichte benadering met oog voor het samenspel van genetische, somatische, relationele en sociale factoren, gedrag, emotie en beleving.
Daarbij moet ook rekening gehouden worden met het feit dat het kind zich ontwikkelt binnen een veelheid aan netwerken en contexten: gezin, familie, kinderdagverblijf, buurt, culturele, levensbeschouwelijke en maatschappelijke verhoudingen. In Nederland groeit de aandacht voor de complexiteit van de vroege ontwikkeling van het kind en van zijn interacties met de omgeving. Consultatiebureaus voor zuigelingen en de medische kleuterdagverblijven hebben een lange geschiedenis. De laatste jaren zijn ook nieuwe werkvormen ontwikkeld binnen de GGZ, de jeugdhulpverlening en, recent, ook de gemeentes (ouder-kind teams), in het kader van de transitie jeugdzorg. Een aantal universiteiten heeft specifieke onderzoekslijnen uitgezet op het gebied van Infant Mental Health.
Infant Mental Health: de opleiding
In de tweejarige opleiding Infant Mental Health van de RINO wordt aan alle fasen aandacht besteed, van conceptie tot en met de kleuterleeftijd. Binnen de opleiding komen zowel actuele ontwikkelingen in de theorievorming aan de orde als ook klinische vaardigheden. Centraal staat het op een systematische manier leren kijken naar baby’s in relatie met hun ouders/gezin. De hiervoor gebruikte methodiek is de baby-observatie: het wekelijks observeren van een baby in de thuissituatie. De eigen attitude en beleving van de observator zijn een belangrijke factor in het observatieproces. De opleiding Infant Mental Health sluit aan bij de meest recente internationale inzichten én bij de Nederlandse organisatie van het zorgaanbod voor ouders en jonge kinderen. Om die reden wordt de opleiding ook steeds doorontwikkeld en geactualiseerd. De opleiding is erkend door de DAIMH (Dutch Association for Infant Mental Health) en leidt tot het specialistisch lidmaatschap van deze vereniging.
Na afloop van de opleiding kunnen de deelnemers een specialistische bijdrage leveren aan de screening, begeleiding, diagnostiek en behandeling van baby’s, peuters en kleuters en hun ouders. Zij kunnen screening, diagnostiek en indicatiestelling bij baby’s, peuters, kleuters en hun ouders verrichten. Ook kunnen zij een behandelplan formuleren en een belangrijk deel van de ouder-kind begeleiding en behandeling zelf uitvoeren. Zij hebben overzicht over het brede scala aan interventie- en preventiemogelijkheden. Op onderdelen van het begeleidings- of behandelplan kunnen zij verschillende andere disciplines inschakelen en effectief met hen samenwerken, bijvoorbeeld met kinderartsen, logopedisten, fysiotherapeuten en medewerkers van kinderdagverblijven. Zij kunnen consultatie en nascholing verzorgen voor de andere disciplines die bij het vakgebied van de Infant Mental Health betrokken zijn.
doelgroep
De opleiding is toegankelijk voor GZ-psychologen, kinderartsen, kinderpsychiaters, klinisch psychologen, psychotherapeuten, kinder- en jeugdpsychologen NIP, orthopedagogen-generalist en consultatiebureauartsen.
Hulpverleners (HBO-plus) met een vergelijkbare expertise en denkniveau, maar met een andere vooropleiding, kunnen, onder voorwaarden, ook aan de opleiding deelnemen. Hierbij denken we onder andere aan gespecialiseerde (K&J) fysiotherapeuten, psychomotorisch therapeuten, logopedisten, systeemtherapeuten/social workers, verloskundigen en verpleegkundigen die met (zeer) jonge kinderen werken.
Van de deelnemers wordt verwacht dat zij in staat zijn om over hun persoonlijk functioneren in het werk te reflecteren.
De DAIMH-registratie ‘Infant Mental Healh Specialist’ kan gezien worden als een ‘aantekening’ bij het huidige beroep/de registratie van de professional. Elke deelnemer in de opleiding verdiept en verbreedt zijn/haar oorspronkelijke beroep en voegt specifieke, op jonge kinderen en hun ouders gerichte, competenties toe aan wat er al in de bagage zit. Na afloop van de opleiding zijn alle deelnemers IMH specialist en tegelijkertijd zijn ze allemaal verschillend toegerust en zullen zij op verschillende manieren in de zorg voor baby’s, peuters, kleuters en hun ouders inzetbaar zijn.
inhoud
De opleiding biedt een breed perspectief, omdat Infant Mental Health een veelheid aan vakgebieden en disciplines bestrijkt, maar ook verdieping, omdat het vakgebied vraagt om specialistische kennis en klinische vaardigheden. Een belangrijk gezichtspunt van waaruit de opleiding is georganiseerd is dat van de ontwikkeling: de samenhang tussen de biologische, cognitieve, communicatieve, emotionele en sociale ontwikkeling van het jonge kind. Deze ontwikkeling speelt zich af binnen de ouder-kind relatie. In de opleiding staat de diagnostiek en behandeling van het jonge kind en zijn ouders dan ook centraal. Daarnaast is er aandacht voor preventie. Infant mental health houdt zich immers niet alleen bezig met die situaties waarin reeds van een pathologische ontwikkeling sprake is, maar ook met situaties waarin de ontwikkeling van een baby wordt bedreigd en pathologie mogelijk nog voorkomen kan worden.
In de opleiding IMH wordt aandacht besteed aan:
- Infant Mental Health: context, modellen, beleid, gedwongen kader, regionale netwerken, verwijsmogelijkheden;
- Ouderschap: zwangerschap en ouderschap, culturele verschillen, gezinnen en systemen, het intergenerationele perspectief, de invloed van pathologie bij de baby/het jonge kind op de ouders, de invloed van pathologie van de ouders op de baby/het jonge kind;
- Ontwikkeling: de normale ontwikkeling van baby’s, peuters en kleuters, de verstoorde ontwikkeling van baby’s, peuters en kleuters, sensorische integratie, vroege regulatie en emotieregulatie, motorische ontwikkeling, spraak – taal ontwikkeling, eten, slapen, neurobiologie, neuropsychoanalyse; biologische en neurologische problematiek, gehechtheid, gehechtheidspatronen, systeemtheorie, psychodynamische theorieën, risicofactoren en protectieve factoren, het classificatiesysteem DC:0-3R;
- IMH-methodieken: de methodiek van baby- en peuterobservatie, screening en triage, assessment- en interventietechnieken, het gebruik van interactieschalen ;
- Interventietechnieken, zoals bij voorbeeld: FloorPlay, speltherapie, Parent Child Interaction Training (PCIT), Incredible years, Het vijf gesprekken model, DOK! (Dimence Ouder-Kind Interventie), het evalueren van begeleidings- en behandelingstrajecten.
de organisatie van de opleiding
Het cursorisch onderwijs vindt plaats in 10 tweedaagse bijeenkomsten per jaar, één keer per maand, op vrijdag en zaterdag. In totaal zijn dat 20 tweedaagse bijeenkomsten, dus 40 cursusdagen.
Op vrijdag vindt de bespreking van de baby-observatie plaats in drie subgroepen. Daarnaast observeren de deelnemers, gedurende de duur van de opleiding, wekelijks een baby in de thuissituatie en maken zij van deze observatie een schriftelijk verslag. De observatiebesprekingen vinden plaats in subgroepen, op vrijdagochtend. Door het kleine aantal deelnemers per groep is er gelegenheid voor reflectie en kan de betekenis van de observaties worden uitgewerkt. Voordat u met de observaties begint wordt de specifieke methode uitgebreid besproken.
Belangrijk is ook dat de deelnemers leren van elkaar, gefaciliteerd door de digitale leeromgeving van de RINO. De cursisten en alle docenten vormen samen een ‘lerend netwerk’. Cursisten discussiëren met elkaar en met docenten, de observatieverslagen worden in de subgroepen verspreid, artikelen en sheets zijn online beschikbaar. De voortgang van het leerproces en de ontwikkeling van de individuele deelnemers zal via mijnrino.nl worden begeleid. Aan het eind van het eerste / begin van het tweede jaar vindt een individueel jaargesprek plaats met de hoofddocent met wie het selectiegesprek is gevoerd. In dat jaargesprek komt o.a. aan de orde hoe de deelnemer de verschillende onderdelen van de opleiding benut bij het bereiken van haar leerdoelen. Ook worden aandachtspunten voor het tweede jaar besproken.
Inhalen les
Om het certificaat van deze opleiding te krijgen is het noodzakelijk dat je 90% van de lessen hebt gevolgd. Mocht je onverhoopt toch een onderdeel te veel gemist hebben, dan moet dit worden ingehaald. Afhankelijk van het aantal uren én het onderdeel dat je hebt gemist, krijg je een opdracht. Hier zijn kosten aan verbonden.
aanmelding en selectie
Aanmelding is mogelijk via deze website. Daarnaast ontvangen we graag aanvullende informatie waarin u uw de motivatie voor de opleiding toelicht en uw vooropleiding en werkplek beschrijft. Deze informatie kunt u per aparte e-mail sturen aan Hein Lautenbag.
Uw aanmelding wordt beoordeeld door de hoofddocenten. Degenen die in principe in aanmerking komen worden uitgenodigd voor een intakegesprek.
u dient (zelf of via de bibliotheek) te beschikken over
Rexwinkel, M.J. e.a. Handboek Infant Mental Health (2011), 1e druk, Koninklijke Van Gorcum, ISBN 9789023248491 en drie of vier andere boeken.
Bijna elke cursus uit ons aanbod is incompany aan te vragen.
meer weten